Gertie Bertrand: "Opeens gaat het over jezelf en niet meer over een ander"

Eind 2015 kreeg ik een kuchje, maar ik maakte me nog niet druk. Het was winter en iedereen hoestte. Totdat er na enkele maanden een knobbeltje, ter grootte van een knikker, voelbaar was boven mijn sleutelbeen. Na onderzoek kwam het verpletterende nieuws: longkanker met uitzaaiingen, stadium 3B. Geen genezing mogelijk.

Voor een niet- roker een ongelooflijk bericht. Ik had van alles kunnen bedenken maar longkanker? Nee, dat niet. Maar zoals een 20-jarige lotgenoot zei: “Iedereen met longen kan longkanker krijgen”.

Na drie stevige chemokuren van elk drie dagen, gevolgd door 42 bestralingen leek het er op dat de behandeling was aangeslagen, maar in oktober waren er nieuwe uitzaaiingen.
Inmiddels was het stadium 4.

Het zag er niet goed voor me uit. Zou ik 2017 nog wel halen? Weer werd er een biopt genomen en daarin werd een genmutatie gevonden. Ik bleek een zeldzame vorm van longkanker te hebben: niet-kleincellig longacarcinoom met de ROS1–translocatie. Volgens mijn longarts was ik de eerste patiënt met deze vorm van longkanker in het Zuyderland. Zij adviseerden mij om naar een academisch ziekenhuis te gaan, omdat daar meer kennis is op dit gebied.

Zo kwam ik bij het Oncologie Centrum van het Maastricht UMC+ terecht. Ook hier werd en word ik omringd door een geweldig team van artsen en verpleegkundigen. “Hoera”, er was een doelgericht medicijn. Dit sloeg goed aan, de tumor werd kleiner. Het zag er allemaal weer wat zonniger uit. Waar veel mensen dit medicament jaren slikken, sommigen wel meer dan tien jaar, stopte het bij mij na zeven maanden. Gelukkig was er nog een optie. Deze pil heeft 18 maanden zijn werk goed gedaan. Ook deze pil werkt bij veel lotgenoten langer. Er was op dat moment geen andere optie dan chemo. Bij een genmutatie werkt immunotherapie niet of niet goed. Na drie stevige, dubbele chemokuren werd de tumor weer wat kleiner. Hierna zou ik onderhoudschemo krijgen die elke drie weken gegeven wordt. Op dit moment ben ik al dik twee en een half jaar in de weer met chemo. Gelukkig gaat het nog steeds goed en ben ik er ook niet ziek van. Hopelijk mag ik er nog lang mee doorgaan.

Na vijf en een half jaar jaar kan ik zeggen: “Ik ben er nog”. Maar ik ben nog steeds een patiënt met kanker. Je ziet niets aan me en soms zie ik mensen denken: “Zij was toch ziek?” of: ”Het gaat nu wel weer goed met je hè?”  Op dit moment wel, maar hoe lang het goed zal blijven gaan, dat weet niemand.

In deze periode zijn er ook hele mooie dingen gebeurd en maken we heel veel herinneringen voor later, voor mijn dierbaren. We genieten op een andere manier van alles om ons heen, ook van onze vakanties. We hebben de caravan verkocht en een camper aangeschaft. Ik kan niet meer zo goed tegen heel warm weer en kan ook geen bergwandelingen meer maken,  maar geregeld een heuvel op dat lukt nog wel. Al moet ik tussendoor wel even op adem komen. Verder sport ik drie tot vier keer per week (hiervoor had ik tijdens mijn werk minder tijd en zin). Ik heb me aan mijn nieuwe leven  moeten aanpassen. Gelukkig is dat tot nu toe steeds gelukten ben ik nog bij iedere tegenslag opgekrabbeld. Dit met steun van alle mensen om me heen.

Maar het allermooiste is het genieten van onze drie kleinkinderen. Ik had in oktober 2016 niet durven dromen dit nog mee te mogen maken.

Gertie Bertrand, die in 2016 gediagnosticeerd werd met longkanker, deelde afgelopen jaar haar verhaal met het Oncologie Centrum van het MUMC+. Bertie is ondertussen lid is van het patiëntenpanel van dit Oncologie Centrum.

Sluit de enquête